De meesten van jullie weten wel dat ik in 2013 weduwe ben geworden. Mijn man Arno was toen al 8 jaar chronisch depressief met daarnaast nog een aantal andere diagnoses. Het was -dat mag duidelijk zijn- een ongelofelijk moeilijke tijd. Toch wist ik toen al dat ik niet alleen wilde blijven, wanneer de tijd rijp zou zijn wilde ik weer een partner, een maatje, iemand om lief en leed mee te delen. Relatiebureau B-loved vroeg me een blog voor hen te schrijven. Die kunnen jullie op hun pagina lezen, maar nu ook hier.
Als kind had ik een paar duidelijke doelen. Vier, om precies te zijn:
– Ik wilde een eigen huis, een plek waar ik me thuis en veilig zou voelen.
– Ik wilde een baan waar ik helemaal zelf geld mee zou verdienen, met iets waar ik goed in zou zijn.
– Ik wilde kinderen, het liefste wilde ik ze zelf baren, maar als dat geen optie was zouden adoptie-, pleeg- of stiefkinderen ook goed zijn.
– En tot slot wilde ik een man. Ik wilde trouwen en ik wilde het hele huisje-boompje-beestje verhaal, inclusief happy end.
Nou moet ik zeggen dat ik heel goed op weg was. Zo aan het eind van de jaren negentig had ik een heerlijk huis, twee lieve kinderen, een geweldige baan en de man waarmee ik oud wilde worden. Mijn belangrijkste doelen waren behaald, ik dacht dat ik niets meer te wensen had. Maar inmiddels weet ik dat ik toen wel iets te wensen had: namelijk dat het zo zou blijven. Want het bleef niet zo.
Ik was vijftien jaar getrouwd, onze kinderen zaten net in de puberteit, toen mijn man zijn eigen leven beëindigde. Natuurlijk wist ik hoe slecht het met hem ging en ik wist zelfs wel dat we niet samen oud zouden worden, zijn verlangen om uit het leven te stappen bespraken we geregeld. Maar eigenlijk dacht ik dat ik nog een paar jaar had, in ieder geval tot onze kinderen wat ouder zouden zijn. Het liep echter anders.
Vierenveertig was ik toen ik de kist met daarin mijn grote liefde, langzaam in de aarde zag zakken. Ik had in iedere arm een ontroostbaar kind terwijl mijn hart in scherven lag. Ik wist zeker dat ik nooit meer onbezorgd gelukkig zou zijn.
Inmiddels weet ik beter. Ik kan mijn man missen en tegelijkertijd genieten van een lentezonnetje.
Ik kan soms boos zijn omdat hij me in de steek gelaten heeft, maar ook dankbaar zijn omdat we zoveel mooie jaren samen hebben gehad. Mijn eten heeft weer smaak, ik ruik de bloemen weer en zie de mooie kleuren weer scherp. Ik heb in dit leven mijn man verloren, maar het leven niet zijn glans.
Ik moest er alleen wel moeite voor doen.
Een paar jaar na zijn dood begon ik weer voorzichtig te daten. Een keertje uit eten, een keertje een terrasje. Even voelen hoe het is om uit te gaan. Daarna merkte ik dat ik nieuwsgierig was naar fysiek contact, waarop ik dat probeerde. Ik wilde voelen hoe het was als ik een andere man dan de mijne in mijn armen had, en ik wilde dat voordat ik verliefd zou worden en de druk meteen hoog zou zijn. Toen ik geoefend had met daten en geoefend had met een beetje rommelen, was ik klaar voor een nieuwe relatie.
Maar waar vind je iemand? Ik zit nooit in de kroeg en kom net zo vaak in de sportschool. Ik geef toe dat ik weinig vertrouwen had in het vinden van een man via internet, maar de andere kant was dat ik niets te verliezen had. Ik was te levenslustig om alleen te blijven, ik had vooral behoefte aan ‘samen’. Aan kunnen overleggen, dingen kunnen delen, leuke uitstapjes.
Mijn match voldeed niet aan mijn lijstje. Hij woonde te ver weg en hij was nog maar net gescheiden. De afstand vond ik onpraktisch en ook vond ik dat hij nog moest rouwen om zijn huwelijk, misschien even een jaartje in elk stadje een ander schatje. En die fase had ik natuurlijk al gehad. Maar uiteindelijk stemde ik in met een ontmoeting. Zonder verwachtingen dook ik in het avontuur. Een paar uur later wist ik: jou wil ik houden. Dat gevoel bleek gelukkig wederzijds en inmiddels wonen we samen.
Sommige mensen ontmoeten nooit hun grote liefde. Ik heb het geluk gehad twee grote liefdes te mogen ontmoeten. Of dat voor iedereen kan gelden, weet ik niet. Ik weet wel dat je toekomstige levenspartner niet op een dag je deur binnenstapt als jij die deur niet openzet. Je moet er moeite voor doen, een beetje geduld hebben, niet vergelijken en een open blik hebben. Je moet het leven en de liefde een eerlijke kans geven. En een klein beetje lef hebben! Ik woon nu in een andere provincie en ben hier ontzettend gelukkig. Zou ik het afgeketst hebben op de kilometers, dan had mijn leven er heel anders uit gezien.
Ik ben blij dat ik het heb aangedurfd. Dat gun ik jou ook.
Ik ben er voor je
Ken je iemand die iets akeligs heeft meegemaakt en nog vol aan het verwerken is? Een lief bedoeld cadeautje dat zegt: ik begrijp je, ik ben er voor je en ik wil je een steuntje in de rug geven… het kan een wereld van verschil uit maken. Het brengt troost, geeft kracht, kan een hart onder de riem betekenen voor jouw dierbare in een moeilijke tijd.