“Als ik iets voor je kan doen, moet je het zeggen.”
en “Je mag me altijd bellen.”
Dit zijn de twee zinnetjes die ik na het verlies van mijn man het meest gehoord heb. Zo intens lief, zo ontzettend goed bedoeld, zo getuigend van vriendschap.
En zo kansloos.
Er was heel veel wat men voor me kon doen, in die periode. Ik wist alleen zelf niet wat. Om de eenvoudige reden dat met de dood van mijn man mijn wereld even stilstond. Voor anderen draaide de wereld door, maar het mijne was even gestopt. Alles stond on hold, de situatie was bevroren. Niet die eerste week, dan ben je bezig met lijstjes maken, kaarten en bloemen bestellen, een kist uitzoeken, een zaal en begrafenisondernemer regelen, een speech schrijven. Je moet door, je moet dingen regelen en wel meteen, er is geen tijd om dingen uit te stellen, er is geen tijd om in te storten. Je wilt de mooiste begrafenis ever regelen omdat je grote liefde dat verdiende. Je wilt woorden uitspreken die recht doen aan de liefhebbende persoon die hij was. Je wilt muziek laten horen die iets betekent.
Maar dan zijn de laatste mensen weg, de bloemen liggen op het graf en je bent weer thuis in het huis wat eerst van jullie samen was. Op je nieuwe rijbewijs staat niet meer E/V (echtgenote van) maar W/V (weduwe van). Alles is veranderd en tegelijkertijd is alles hetzelfde.
“Ik ben in de winkel, kan ik iets voor je meenemen?” vroeg een lieve vriendin. Ik lag op de bank, niet in staat om te bewegen. Ik wist dat ik niets in de koelkast had liggen, maar kon niet bedenken wat er eigenlijk in hoorde. Ik was ook niet in staat om te koken en had tevens nergens trek in. “Dank je wel, heel lief, maar ik heb niks nodig,” antwoordde ik.
Een andere vriendin was wat daadkrachtiger. Die kwam langs, achterom want de voordeur deed ik sowieso niet meer open, en liep mijn keuken in. Inspecteerde mijn koelkast en besloot toen wat er niet was en wel nodig was. Basisdingen zoals melk en eieren en brood en beleg. Drinken, groente en fruit. En hoewel ik nergens trek in had, was zo’n goedgevulde fruitmand op de grote tafel wel aantrekkelijk en voor ik het wist pelde ik een banaan. Omdat het er was en omdat mijn hersenen de banaan herkende als een goede keuze. Zelf zou ik nooit op bananen zijn gekomen, omdat mijn brein volledig opgeslokt werd door verdriet en gemis. Daar was geen plek voor banale dingen als vitaminen. Ik zorgde voor mijn kinderen, maar at zelf nauwelijks. De bewuste vriendin nam het initiatief en deed niet alleen de boodschappen maar kookte ook meteen. Mijn koelkast was gevuld met praktische bakjes met verse maaltijden die ik alleen maar hoefde op te warmen.
“Je mag me altijd bellen, dag en nacht,” zeiden de mensen om me heen. Maar dat deed ik niet. Hoe zwart de nacht ook was, hoe lang het ook duurde voor het ochtend werd, hoe akelig ik ook droomde en hoe ellendig ik me ook voelde, ik belde niemand. Want wat moest ik zeggen? “Mijn man is dood.” Maar dat wist iedereen al. “Ik mis hem zo.” Dat begreep iedereen ook wel. Dus wat moest ik zeggen en wat kon de ander in hemelsnaam zeggen wat de pijn zou verzachten? Dus ik belde niet.
Maar een ander belde wel. Om de paar weken werd ik gebeld, soms nam ik op en soms niet, afhankelijk van hoe ik me voelde. En elke dinsdag kreeg ik een appje. Met vragen die ik kon beantwoorden. Dus niet ‘hoe gaat het met je’ want op die vraag wist ik geen antwoord. Geen antwoord dekte de lading en ik wilde ook niet klagen. Vragen als: Hoe heb je vannacht geslapen, wat wil je vandaag proberen te doen, ben je al buiten geweest? Doen! Soms een link naar een mooi muziekje, soms een mopje of een grappig plaatje. Een raadseltje of een foto van vroeger. Een mooie herinnering aan mijn man, een wens voor de nabije toekomst. De belofte om volgende maand samen te lunchen en als ik dat niet zag zitten dan mocht ik op de dag zelf nog afzeggen. Deze persoon liet zich niet afschrikken als ik een paar keer niet opgenomen had of niet had gereageerd op een appje. Er bleef consequent contact gezocht worden en het maakte dat ik me veel minder alleen voelde. Voor de nieuwe persoon die ik was geworden, de weduwe die moeite had met genieten, was binnen deze vriendschap ook ruimte. En ik was ontzettend dankbaar.
Andere goede vrienden deden ook hun best. Nodigden me uit voor verjaardagen. Maar waar ik eerst mezelf dwong om te komen, om vooral zo normaal mogelijk te zijn, kreeg ik steeds meer moeite met feestjes waar alleen stelletjes kwamen en ik de enige was die alleen was. Ik vond grote groepen mensen opeens eng, de stad in te spannend. Na een paar verjaardagen afzeggen, werd ik niet meer uitgenodigd. Dat was toch wel jammer want toen ik het weer dacht aan te kunnen durfde ik geen contact meer te leggen, bang dat men me als weduwe niet meer leuk genoeg vond. Bang dat ik te veel gekwetst had door steeds af te zeggen.
Rouwen, verdriet, angst, ziekte en depressies beïnvloeden wie we zijn en hoe we met anderen omgaan. Vaak kan dat tijdelijk zijn, soms ook blijvend. Hoe vriendschappen en relaties zich ontwikkelen heeft voor een deel met jou te maken, met hoe jij de vriendschap ervaart, wat jou nu lukt en hoe heftig je verandert, maar ook bijvoorbeeld of er voldoende wederkerigheid is voor de ander. In sommige fases heb je als vriend niets te bieden en lukt het de ander niet om alleen te geven en niets te krijgen.
Helaas vullen we nog altijd veel voor elkaar in. Heb je het gevoel dat jouw vriend(in) geen behoefte meer heeft aan jou? Spreek het uit. Soms lukt het gewoon niet om initiatief te nemen maar waardeert de ander jouw initiatief wel dubbel zoveel.
En soms overleeft een vriendschap een dergelijke crisis niet. Dat is heel jammer en heel verdrietig. Maar ook een mooi moment misschien om op zoek te gaan naar nieuwe vriendschappen die passen bij de persoon die jij bent geworden.
Ik wil heel veel zeggen en tegelijk weet ik niet wat. Dit moet zo herkenbaar zijn voor iedereen die rouwt. Ik denk aan wie ik verloren ben in mijn leven. Aan wat ik anders had kunnen doen. Aan wie ik zonder het te weten misschien te weinig heb gegeven…
Aan de raakvlakken met mijn scheiding, een paar jaar geleden. Aan dezelfde goedbedoelde maar loze woorden en dezelfde angst om alleen ergens naar toe te gaan…
Ik denk een klein beetje te weten daardoor hoe je je voelde. Maar dat is natuurlijk helemaal niet zo! Want er was maar één hij, maar één jullie.
Jij hebt dat waar je tegenaan liep omgezet in deze website, deze hulp, dit verhaal. Meid, wat komt dat binnen. En meid, wat ben ik trots! En wat zal iemand daarboven (of waar hij dan ook is) met je mee trotsen!
Liefde wint! Punt!
Dank je wel voor je lieve, eerlijke reactie Cindy. Hoewel verdriet inderdaad heel persoonlijk is, is het tegelijkertijd universeel. We weten allemaal hoe pijn en verdriet voelt. Ben blij dat ook jij weer opkrabbelt <3