Je zorgen maken, piekeren, beren op de weg zien, het zijn normale menselijke gevoelens en reacties op het stressvolle leven dat leven in onze maatschappij met zich meeneemt. Er moeten rekeningen betaald worden, een vakantie geboekt, er moet aan de relatie gewerkt worden, je mag verjaardagen niet vergeten, je moet minimaal 7 uur slapen, de avondmaaltijd moet gevarieerd en gezond zijn, je moet elke dag bewegen en last but not least, we moeten persoonlijke groei doormaken.
Zonder persoonlijke groei, zonder je problemen ‘uitdagingen’ te noemen en zonder het verleggen van grenzen, doe je eigenlijk niet meer mee. Ik weet niet hoe het met jullie zit, maar ik krijg dit allemaal niet voor elkaar. Ik ben altijd erg blij en dankbaar als ik een of twee dingen uit bovenstaand lijstje genaild heb op een dag.
Het is niet zo dat ik mijn verantwoordelijkheden niet ken of neem, het is eerder dat ik teveel verantwoordelijkheden heb waardoor ik ze niet allemaal bij kan benen. Piekeren kan ik echter prima de hele dag door, maar ik heb er wel een bijzonder talent voor om het vlak voor het slapen gaan te doen. Hoewel, daarmee geef ik eigenlijk alleen maar een tijdstip aan, want na al dat piekeren is slapen natuurlijk geen optie meer. Doorslapen? Uitslapen? Ik weet niet meer hoe het voelt.
Eén op de 20 mensen krijgt de diagnose angststoornis, een van de meest voorkomende psychische aandoeningen. Het werkelijke aantal mensen met een angststoornis ligt vermoedelijk vele malen hoger omdat alleen als de angst het dagelijks leven zo belemmert dat je niet meer in staat bent de dingen te doen die je wilt doen, men hulp inschakelt.
Stress hoort bij het leven en angsten ook. Het houdt je alert voor gevaar, het geeft je de kans om adequaat te reageren als er iets bedreigends gebeurt. Maar als je eigenlijk constant op je hoede bent, constant angst voelt, raak je uitgeput. Angsten veroorzaken ook veel lichamelijke klachten. Toch denk je bij die klachten vaak niet aan een angststoornis. Het gaat om last hebben van bijvoorbeeld rusteloosheid, prikkelbaarheid, slechte concentratie, vermoeidheid, spierklachten, slaapproblemen en piekeren.
En op de momenten waarop de angst overheerst wordt het nog leuker. Dan kun je de volgende klachten ook nog ervaren:
- Hartkloppingen, koude rillingen, transpireren, duizeligheid
- Misselijk, droge mond, pijn in de maag, overgeven of diarree
- Benauwdheid, beklemd gevoel op de borst
- Tintelingen, bijvoorbeeld rond de mond of in handen of voeten
- Hoofdpijn, rood worden, flauwvallen
- Het gevoel geen controle meer te hebben, gek te worden of dood te gaan
Is dat al een feest van herkenning, dan zullen de volgende omschrijvingen je misschien ook wel passen: Je vindt nieuwe, onbekende dingen ongemakkelijk. Je kunt slecht tegen spanning en onzekerheden, je wilt graag weten waar je aan toe bent. Vakanties heb je het liefste dichtbij huis of anders naar een plek waar je al eens geweest bent. Je gaat confrontaties liever uit de weg, geeft niet graag kritiek aan mensen die je dierbaar zijn. Maar heb je bijvoorbeeld geldproblemen, dan kan zich dat ook uiten in het niet openen van rekeningen en ze gewoon wegleggen. Soms ga je in bed liggen omdat de stress je teveel wordt. Of je eet (veel) meer of minder dan goed voor je is. Sommige mensen vluchten in een glaasje wijn teveel, in een jointje vaker dan nodig of een andere kalmerend middel. De hoeveelheid of zwaarte van de problemen ervaar je als zo heftig, dat je liever hebt dat andere mensen alles voor je oplossen, je durft het eigenlijk niet eens meer te proberen, het lukt je toch niet.
Angsten komen in bepaalde families vaker voor, het kan genetisch zijn. Ook zie je dat een angst zich tijdens de opvoeding ontwikkelt en tot uiting komt wanneer het kind volwassen is en in een stresssituatie belandt. Andere voorvallen zoals pesten, eenzaamheid, een instabiel gezin of een traumatische gebeurtenis triggeren angsten ook. Weten waar de angsten begonnen zijn kan je helpen de angsten aan te pakken, maar een aantal factoren hebben een positieve invloed ongeacht de oorzaak.
Superstom, maar wat echt goed is, is bewegen. Het laat je bloed stromen, het stimuleert de aanmaak van nieuwe cellen, het heeft ook een bewezen effect op depressies. En nee, dat hoeft niet perse een hippe yogales te zijn, of skeeleren met de juiste outfit. Het kan ook een half uurtje wandelen zijn in je eigen woonwijk, of wat ik vaak doe als de deur uitgaan me teveel is: ik ren verspreid over de dag de trap 8 keer op en af.
Wat ook belangrijk is, is regelmaat. Eet op vaste tijden, of je nu honger hebt of niet, sta elke dag op dezelfde tijd op en ga op dezelfde tijd naar bed. Kijk geen TV en zit niet aan je telefoon binnen een uur voor bedtijd. Lees een tijdschrift, luister wat muziek, probeer te ontspannen.
Vermijd de angst niet. Ik ben daar een held in geworden. Vermijden kan ik als de beste. Like a pro. De supermarkt is hel, dus brengt de Plus mijn boodschappen elke week. In mijn eentje de stad in? Ik denk dat het zeven jaar geleden is dat ik dat voor het laatst deed. Kortom, ik heb fantastische tips die ik zelf ook niet allemaal naleef. Maar wellicht lukt het jou wel en inspireer je mij om ook een stapje verder te gaan.
De laatste tip lukt me al veel beter: ik vraag mezelf, wanneer ik paniek voel, hardop af wat het ergste is wat er kan gebeuren. In negen van de tien keer is dat wat ik het ergste vind, in de realiteit niet eens zo heel erg. Ik ben bijvoorbeeld bang dat ik flauwval en niemand me gaat helpen. Okay, dat zou heel naar zijn. Maar ik kom vermoedelijk vanzelf wel weer bij en hoe erg is het dan? Dan ben ik er nog en is alleen mijn trots beschadigd.
Wat me tegen het piekeren helpt, is audionotes naar mezelf sturen of notities opschrijven als ik ergens over maal. Mijn brein laat me piekeren omdat waar het aan denkt als belangrijk ervaart en vindt dat ik het niet mag vergeten. Daarom laat het die gedachten aan de oppervlakte dobberen. Schrijf ik het op (of spreek ik het in) dan weet mijn brein dat de informatie veilig is en het niet perse onthouden hoeft te worden.
Iedereen kent de emotie angst, maar als je zelf geen angststoornis hebt is het soms moeilijk om je in de ander in te leven.
Wat je beter niet kunt zeggen:
“Ik kan het ook, dus moet jij het ook kunnen.”
“Zo erg is het allemaal toch niet.”
“Je bent toch geen twaalf meer, kom op nou.”
“De kans dat jouw angst werkelijkheid wordt is nihil, dus stel je niet zo aan.”
“Ik ken iemand die had het nog veel erger en die is er nu vanaf, dus…”
Wat wellicht kan helpen:
“Wat moet het moeilijk zijn om dat zo te voelen!”
“Kun je me wat meer vertellen over hoe zoiets gaat bij jou?”
“Heel veel mensen hebben dit, het is niet jouw schuld.”
“Ik vind het heel erg voor je dat dit moet doormaken.”
“Kan ik je helpen?”
En soms, soms is niets zeggen ook goed. Gewoon luisteren, er zijn, een arm om iemand heen, een kaartje of een lief appje. Het meest kostbare wat je iemand kan geven, is je aandacht en je tijd.